Allereerst de hygiënische kwaliteit. Biest moet schoon gemolken worden, geen vuil bevatten, geen vermenging of besmetting via vliegen of stof. Daarnaast telt het gehalte aan antistoffen in de biestmelk. Kwaliteit van biestmelk is direct gekoppeld aan het gehalte aan vaste bestanddelen in de biest, ofwel de droge stof. Hoe meer droge stof, hoe beter de kwaliteit. Met een brix-refractometer meet je de droge stof waarde.
Biest met een brix-waarde boven de 23% wordt als goed gekwalificeerd, waarbij hoger dan 26% als zeer goed. Bij biest hoger dan 26% voer je met een liter minder nog steeds ruim voldoende antistoffen aan het kalf.