Veldstudie vroege diarree bij kalveren
Klaus Telaar, Sprayfo-kalfspecialist bij Trouw Nutrition in Duitsland, leidt in samenwerking met het bedrijf Novavet en enkele veterinaire praktijken een veldstudie over vroege diarree bij kalveren. De focus van deze studie ligt op de kalvermelkconcentratie. Lees snel verder voor de resultaten.
Het werd duidelijk dat op veel boerderijen de beoogde melkconcentratie ver afwijkt van de werkelijke concentratie. Zowel bij boerderijen die met de hand mengen in emmers, als stand- en mobiele mixers of voerautomaten is de concentratie vaak niet correct. Het idee voor deze veldproef kwam tot stand door vele discussies met collega's en dierenartsen, aangezien wij keer op keer de oorzaken van vroege diarree en andere problemen bij het verkeerd mengen van de melkvervanger vonden.
Het mengen van de melkvervanger is een alledaagse taak, maar dit is precies waar het probleem ligt. Door de voortdurend veranderende aantallen kalveren en voerhoeveelheden is het berekenen van de juiste hoeveelheid poeder al een uitdaging op zich. Als het poeder dan ook nog over volume (maatbeker) wordt gedoseerd, is het bijna onmogelijk om elke dag een identieke concentratie melk te bereiken.
Het is vergelijkbaar bij de automatische voerautomaten. Het zelden of verkeerd kalibreren ervan, alsook afwisselende melkvervangers met verschillende dichtheden die per volume worden gedoseerd, voldoen aan menghoeveelheden van slechts 0,5 liter. Ook hier kunnen kleine fouten leiden tot grote verschillen in concentratie.
Onjuiste of dagelijks schommelende concentraties zijn echter een zeer grote stressfactor voor kalveren, die, zoals de studie aangeeft, een rechtstreeks verband hebben met vroege diarree en winderigheid van de lebmaag.
We moeten in gedachten houden dat kalverdiarree geen ziekte is, maar een poging van het lichaam om de verkeerde concentratie in de darm te regelen of de darminhoud weg te spoelen. Als daar nog een diarreeverwekkende ziekte aan wordt toegevoegd, werken beide factoren in elkaars voordeel en worden ze versterkt door een zwak afweersysteem, ontoereikende hygiëne en stress.
De proef
Voor deze proef werd de diarree van kalveren tot de 21ste dag van hun leven onderzocht. De boerderijen werden bezocht tijdens het voermoment van de kalveren, waarbij 0,5 liter van de geroerde melk als staal genomen werd om ter plaatse de melktemperatuur te meten. Bovendien werden de boerderijen gevraagd om een vragenlijst in te vullen over hun voertechniek en de gezondheid van hun kalveren. De stalen werden met optische en digitale refractometers gemeten, waarna ze door middel van speciaal gemaakte tabellen, omgerekend werden naar het exacte gehalte aan droge stoffen.
Op sommige boerderijen werden de pH-waarde en de elektrische geleiding van het ruwe water gemeten voor verdere evaluatie.
Evaluatie van de eerste 108 onderzochte boerderijen*
Mengtechniek |
Gebruikte melk |
Mengmethode |
24x voerautomaten |
38x mengsel van volle melk en MAT |
30x met behulp van een weegschaal |
39x standmixer of mobiele mixer (taxi, shuttle) |
67x melkvervanger |
51x via maatbeker (volume) |
45x emmer, klopper |
3x volle melk |
24x via automaten |
|
3x volle melk |
*17 boerderijen voerden hun kalveren ad libitum
De boerderijen werden in twee groepen verdeeld, afhankelijk van de afwijking van de doelconcentratie:
- Afwijking minder dan 15%
- Afwijking meer dan 15 %
15% komt overeen met ongeveer 20 g per liter.
Van de 108 boerderijen weken 39 boerderijen meer dan 15% af van hun doelconcentratie. Slechts 34 boerderijen hadden een afwijking van minder dan 5%. Sommige boerderijen weken zeer ver af van de doelconcentratie, zo bleek één boerderij 50% onder de streefdosis te staan.
De afwijkingen waren als volgt verdeeld over de voertechniek (zie ook grafiek 1):
< 15 % afwijking van de gewenste concentratie |
> 15 % afwijking van de gewenste concentratie |
||
Voerautomaten |
9 boerderijen (= 37,5%) |
Voerautomaten |
15 boerderijen (= 62,5%) |
Stand-/mobiele mixers |
30 boerderijen (= 77%) |
Stand-/mobiele mixers |
9 boerderijen (= 23%) |
Handmixers |
30 boerderijen (= 66,6%) |
Handmixers |
15 boerderijen (= 33,3%) |
Van de 51 boerderijen die per volume doseerden, weken 24 boerderijen meer dan 15% af van de gewenste concentratie.
Van de 108 boerderijen vertoonde volgens hun eigen informatie precies 50% (54 boerderijen) vroege symptomen van diarree. Dit werd opnieuw op basis van de voertechniek en de twee groepen verdeeld (zie ook grafiek 2).
Voerautomaten |
Zonder diarreesymptomen |
Met diarreesymptomen |
< 15 % afwijking (9 boerderijen) |
6 boerderijen |
3 boerderijen |
> 15 % afwijking (15 boerderijen) |
4 boerderijen |
11 boerderijen |
Handmixer |
Zonder diarreesymptomen |
Met diarreesymptomen |
< 15 % afwijking (30 boerderijen) |
21 boerderijen |
9 boerderijen |
> 15 % afwijking (15 boerderijen) |
3 boerderijen |
12 boerderijen |
Stand-/mobiele mixer |
Zonder diarreesymptomen |
Met diarreesymptomen |
< 15 % afwijking (30 boerderijen) |
18 boerderijen |
12 boerderijen |
> 15 % afwijking (9 boerderijen) |
2 boerderijen |
7 boerderijen |
108 boerderijen |
54 boerderijen |
54 boerderijen |
Van de 30 boerderijen die doseren met behulp van een weegschaal, hadden slechts 3 boerderijen vroege diarreesymptomen. Uit 25 boerderijen waarbij een weegschaal en mengtafels worden gebruikt, ervaarde geen enkele onder hen vroege diarreesymptomen. Uit de 51 boerderijen die via volume doseren, hadden 34 boerderijen vroege diarreesymptomen. Uit de 17 ad libitum-boerderijen hadden er, volgens hun eigen informatie, 16 boerderijen diarreesymptomen.
Op vlak van droge stof was de verdeling diarreesymptomen als volgt (zie ook grafiek 3):
Melk met minder dan 12,5 % DS |
33 boerderijen |
27 met diarreesymptomen |
Melk met 12,5 tot 14 % DS |
48 boerderijen |
14 met diarreesymptomen |
Melk met meer dan 14 % DS |
27 boerderijen |
13 met diarreesymptomen |
Zo ligt in het dagelijkse werk van de kalvermelkbereiding waarschijnlijk veel meer potentie voor verbetering en optimalisering van de gezondheid van kalveren dan voorheen werd aangenomen. Het zegt veel dat de exacte dosering van het melkpoeder veel meer gewicht in de schaal moet leggen dan voorheen werd aangenomen. Bovendien mag de maximale droge stof van de voermelk niet hoger zijn dan 12,5 tot 14%.
Meer tips voor jouw stal?
Neem contact op met onze opfokspecialisten.