Verhogen van stikstofefficiëntie en impact op voersaldo - Deel 1

Rundvee

Vanwege de impact op het milieu en de steeds strenger wordende regels rondom stikstofuitstoot is het belangrijk dat we in de toekomst onze koeien (nog) preciezer gaan voeren. Het doel is om voereiwit zo efficiënt mogelijk om te zetten in melkeiwit. Een efficiënte omzetting resulteert niet alleen in besparingen op mestafzetkosten, ongeacht of we deze berekenen via het ureumspoor of de BEX-stikstofexcretie, maar ook in een hoger voersaldo, gezien eiwit een kostbaar component is in het rantsoen.  

25-01-2024

Binnen de onderzoekspijler Precision Feeding van onze Sustainable Farming-aanpak is eiwitefficiëntie een belangrijke thema. Recentelijk zijn er op het onderzoeksbedrijf voor rundvee van Trouw Nutrition enkele studies uitgevoerd om de stikstofefficiëntie te verhogen, met aandacht voor de effecten op de prestaties van melkkoeien en het voersaldo. Deze studies, evenals de nieuwe visie van Trouw Nutrition op het gebied van aminozuren, zijn ook gepresenteerd tijdens het duurzaamheidsevenement Samen to Infinity and Beyond eind vorig jaar.  

In een eerste studie werden lagere niveaus van ruw eiwit in het rantsoen verkregen door verschillende krachtvoeders aan te bieden. Hierbij kregen 48 melkkoeien drie verschillende TMR-rantsoenen voorgeschoteld. De samenstelling van de rantsoenen is weergegeven in tabel 1, waarbij het contrast in het rantsoen werd gecreëerd door variërende eiwitniveaus in het aanvullende krachtvoer. Dit resulteerde in een lager RE-niveau van de twee behandelingen. Het lagere RE-niveau werd gerealiseerd door óf een lager OEB- óf een lager DVE-niveau (tabel 2). 

TMR-samenstelling

% DS

Krachtvoeder

42

Maissilage

30

Grassilage

20

Bierbostel

4

Grashooi

4

Tabel 1. Samenstelling van het rantsoen.

Nutriënt

CTR

Laag DVE

Laag OEB

Ruw eiwit (g/kg DS)

16.6

14.5

14.4

DVE (g/kg DS)

102

86

101

OEB (g/kg DS)

6

0

-13

VEM (/kg DS)

1027

1025

1026

Tabel 2. Samenstelling van het rantsoen.

De koeien vertoonden een significante daling in zowel drogestofopname als melkproductie, waarbij het effect numeriek groter was in de groep met een laag OEB-gehalte. Het advies om het RE-gehalte eerst te verlagen via een lager OEB-gehalte werd niet bevestigd in deze proef. Dit kan deels worden verklaard door een significant lagere RE-verteerbaarheid in de groep met een laag OEB-gehalte, wat aangeeft dat de verteerbaarheid van de gebruikte bestendige bronnen te hoog is ingeschat.


Figuur 1. Effect verlaging eiwitgehalte in het rantsoen (via krachtvoer) op de drogestofopname (links) en meetmelk (rechts) (Nichols et al., niet gepubliceerd).

Dat het verlagen van het RE-gehalte een positief effect heeft op de vermindering van N-uitscheiding via de mest, werd ook bevestigd in dit onderzoek (tabel 3). Het voersaldo, berekend met een melkprijs van €0,46 per liter, viel met 0,7 tot 0,8 €/koe/dag lager uit in vergelijking met de controlegroep. 

€/koe/dag 

CTR 

Laag DVE 

Laag OEB 

Melkinkomsten (€/koe/dag) 

13,4 

12.6 

12,3 

Rantsoenkosten (€/koe/dag) 

6,0 

5.7 

5,6 

Voersaldo (€/koe/dag) 

7,3 

6,8 

6,7 

Verschil (€/koe/dag) 

 

- 0.7 € 

- 0.8 € 

Reductie N-uitscheiding via de mest (% t.ov. controle) 

 

17% 

22% 

Tabel 3. Effect verlaging eiwitgehalte in het rantsoen (via krachtvoer) op het rendement (prijspeil oktober 2023 – melkprijs 0,46 €/liter) en de reductie in N-uitscheiding via de mest.

In de zoektocht naar een hogere stikstofefficiëntie is het verlagen van het ruw eiwit een zinvolle strategie. Deze benadering vereist echter maatwerk om ervoor te zorgen dat het voersaldo voor de melkveehouder op peil blijft. Dat dit zeer goed mogelijk is, zal in een volgend artikel worden besproken.

Heb je vragen naar aanleiding van deze studie, ben je benieuwd naar andere methoden om een hogere stikstofefficiëntie te bereiken, of wil je meer weten over de nieuwe visie van Trouw Nutrition op het gebied van aminozuren, neem dan contact op met Henri ter Wijlen of je accountmanager.

Lees ook:

Verhogen van stikstofefficiëntie en impact op voersaldo - deel 2