Het type rantsoen én de opname verschillen vaak aanzienlijk tussen droogstaande en verse koeien (zie Tabel 1). Plotselinge rantsoenveranderingen hebben een impact op het pensmilieu en de penswand, denk aan de grootte van de penspapillen. Eén van de grootste risico’s bij koeien begin lactatie is pensverzuring, wat verklaard kan worden door een bijna verdubbeling van de hoeveelheid zetmeel en suikers die wordt opgenomen. Tijdens pensverzuring ontstaat een ongewenste verschuiving in de populatie microben waarbij verhoogde gehaltes van ontstekingsfactoren en endotoxines zoals LPS (LipoPolySaccharides) vrijkomen. Deze werken negatief op de prestatie van de melkkoe en dat haalt het rendement van de hele lactatie onderuit. Een studie van Prof. Dr. Bach (2018) tonen aan dat Levucell® SC de penswandgezondheid van de koe op peil houdt rondom afkalven. Meer informatie over pensverzuring.
Droogstand |
Eerste week lactatie |
|||||
|
|
per kg ds |
totaal (12,5kg ds) |
per kg ds |
totaal (17kg ds) |
Verschil |
Ruw Eiwit |
g |
130 |
1625 |
175 |
2975 |
+83% |
Ruwe Celstof |
g |
240 |
3000 |
165 |
2805 |
-7% |
NDF |
g |
460 |
5750 |
350 |
5950 |
+3% |
Suiker + zetmeel |
g |
180 |
2250 |
250 |
4250 |
+89% |
Best. zetmeel |
g |
20 |
250 |
55 |
935 |
+274% |
Tabel 1. Gehalten en totale opname van een gemiddeld droogstands- en verse koeienrantsoen.
Verhoogde immuunfunctie
Een gezonde penswand bestaat uit cellen die strak tegen elkaar aanliggen en de energie (vluchtige vetzuren) via de penswandcellen opnemen uit het pensmilieu. Het pensepitheel speelt een belangrijke rol in mate van doorlaatbaarheid, het voorkomen van ontstekingen en in de immuniteit. Een belangrijke rol voor de doorlaatbaarheid is weggelegd voor de zogeheten “tight junctions”; deze zijn betrokken bij het verbinden van cellen zodat geen ongewenste stoffen doorgelaten worden naar de bloedbaan (zie Figuur 1). De mate van doorlaatbaarheid is met behulp van genexpressietechniek goed te bepalen en dat helpt ons de werking van additieven en de positieve effecten op dierprestaties beter te begrijpen.
In de studie van Prof. Dr. Bach zijn 21 Holstein koeien opgedeeld in twee groepen. Zij kregen 3 weken voor afkalven tot en met 3 weken na afkalven een rantsoen met of zonder Levucell® SC. Rantsoenen waren niet extreem geformuleerd. Zo bevatte het droogstandsrantsoen 512g NDF/kg ds en het (krachtvoerrijke) lactatierantsoen 348g NDF/kg ds. Met behulp van een endoscoop is er 2 weken voor afkalven en in week 1 en 3 na afkalven weefsel afgenomen (biopt) van de penswand.
De koeien gevoerd met Levucell® SC toonde een goed werkende penswand, zichtbaar door een verbeterde herkenning van o.a. LPS voor het afkalven (door TLR4 receptoren). Een verlaging in de TLR4 activiteit 1 week na afkalven in de Levucell SC groep suggereert dat deze dieren toleranter zijn voor endotoxines (LPS) die gevormd worden begin lactatie. Daarnaast werd vóór afkalven een betere penswand immuniteit gevonden bij de Levucell® SC groep (Occludine), wat een verklaring kan zijn voor een betere barrièrefunctie rondom afkalven. Meer tolerantie voor endotoxines en betere tight junctions na afkalven zorgen ervoor dat minder kostbare energie verloren gaat aan het immuunsysteem. Dit kan een oorzaak óf gevolg zijn van de hogere drogestofopname (18.2 vs 15.7 kg/dag) die tijdens de proefperiode na afkalven gemeten werd, resulterend in een 6,0 kg significant hogere melkproductie (38.7 vs 32.7 kg/dag).
Figuur 1. Gevolg van genexpressie van Occludin in tight junctions van het pens epitheel bij koeien zonder of met Levucell® SC.
Naar alle artikelen over pensgezondheid
Positieve effecten van levende gisten op de vezelvertering zijn uitvoerig bewezen en worden met name zichtbaar in periodes van enige vorm van stress. Dit betreft de periode rondom afkalven maar ook hittestress, rantsoenwisselingen en dierverplaatsingen. Herhaaldelijk wordt in studies een hogere melkproductie en een verbeterde voerefficientie of minder gewichtsverlies begin lactatie aangetoond. Levucell® SC wordt ingezet voor stabiliserende werking op pens-pH en ter optimalisatie van voerefficiëntie.