Maiskuil 2024: Hoe ga je om met wisselende kwaliteit?
De verwachtingen voor de maiskuilkwaliteit van 2024 zijn wisselend, zowel wat betreft opbrengst als zetmeelgehalte. Vanwege het natte en koude voorjaar zijn veel percelen later ingezaaid. Hierdoor, en door de variërende groeiomstandigheden en oogsttijdstippen, kunnen we in het najaar verschillende soorten maiskuilen verwachten. Als de mais op tijd is ingezaaid (voor 1 mei) en de groeiomstandigheden gunstig waren, zal de kwaliteit hoog zijn. Echter, doordat de mais vaak op een vrij natte bodem staat, is de plant minder diepgeworteld, wat risico’s met zich meebrengt bij hevige wind en droogte.
In- en uitkuilmanagement
Wanneer de mais te laat is ingezaaid en ongunstige groeiomstandigheden heeft gehad, kan dit leiden tot een lagere drogestofopbrengst en een lager zetmeelgehalte. De mais kan dan droger en moeilijker aan te rijden zijn, met als gevolg een mogelijk hoger suikergehalte. Dit suiker kan tijdens het uitkuilen een voedingsbron vormen voor schimmels en gisten, wat het risico op broei vergroot. Het is daarom belangrijk om bij het inkuilen rekening te houden met deze risico's en te overwegen een inkuiladditief toe te voegen om de conservering en broeiremming te optimaliseren.
Zetmeelgehalte en rantsoenaanpassing
Een lager zetmeelgehalte in de maiskuil betekent ook minder energie, wat gecompenseerd moet worden in het rantsoen. De kwaliteit van de graskuil is hierbij bepalend. Voer je naast zetmeelarme maiskuil een graskuil met voldoende snelle suikers, dan kan het volstaan om extra pensbestendig zetmeel te voeren. Als je voldoende maispercelen hebt, kan het oogsten van een deel als MKS of CCM een optie zijn om het tekort aan pensbestendig zetmeel te compenseren. Is dit niet mogelijk, dan kunnen energie- en zetmeelrijke bijproducten het rantsoen aanvullen. Wanneer de graskuil geen snel fermenteerbare suikers bevat, is het raadzaam om deze aan te vullen met tarwe of gerst om de penswerking en vezelvertering optimaal te houden.
Kwaliteit van de kuil bepalen
Door de grote variatie in omstandigheden tijdens het seizoen en bij het inkuilen, kan de kwaliteit van de kuil sterk variëren. Om een goed beeld te krijgen van de variatie in zetmeel- en suikergehaltes, is het niet voldoende om slechts eenmalig een monster te laten analyseren. Een snelle analyse met behulp van (mobiele) NIR maakt het mogelijk om meerdere monsters te analyseren. Regelmatig analyseren van de kuil zorgt ervoor dat je als boer beter weet wat je voert. Dit stelt je in staat om de bijproducten- en krachtvoergift nauwkeuriger af te stemmen op de behoefte, waardoor je kunt besparen op voerkosten en de kans op gezondheidsproblemen, zoals pensverzuring, kunt verkleinen.
Meer informatie?
Voor meer informatie over de maiskuilkwaliteit van 2024 en hoe je hiermee om kunt gaan, neem contact op met je contactpersoon.